maandag 23 november 2009

rudolf escher aan peter schat - fragment uit een brief d.d. 14 mei 1958

'Beste Peter,
Ik ben blij met je brief, met een levensteken van jou, want ik mis je. Ik verheugde mij altijd op je komst, in die rare ‘Schuilhoek’ en verheug mij er evenzeer op dat we nu hier, in mijn kamer, kunnen praten binnenkort. Ik was al een beetje bang, dat een eventuele komst van jou in Amsterdam, afhankelijk zou moeten zijn van één of ander concert. Je zei zoiets toen ik 's nachts op de Renkumseweg afscheid van je nam, en toen ik het rode lichtje van je scooter zag verdwijnen peinsde ik erover, hoe je dat bedoelde, of ik je zònder concert dan niet meer zou zien, hier. En van de muziekindustrie heb ik geen weet meer. Het is dag in, dag uit: Brahms, Dworsjak, Beethoven, Brahms, Beethoven, Haydn, Mozart, een beetje Schubert, een beetje Bach, Brahms, Beethoven... Maar laat ik ophouden. Ik wil maar zeggen: een bijzonder concert is er - vergis ik mij niet - in de naaste toekomst niet te verwachten […]'

bron