‘Mijn mooiste herinneringen zijn die wandelingen met mijn grootvader, urenlange wandelingen door de natuur waarbij wij duizend en één waarnemingen deden, iets wat mijn grootvader bij mij wist te ontwikkelen tot een waarnemingskunst. Aandachtig keek ik naar alles wat mijn grootvader mij aanwees en uitlegde en ik kan die tijd met een gerust hart als enige nuttige en voor mijn hele verdere leven bepalende school zien die ik ooit bezocht heb, want hij was het en niemand anders die mij het leven heeft geleerd, mij er mee vertrouwd heeft gemaakt, door mij eerst met de natuur vertrouwd te maken. Alles wat ik weet is terug te voeren op deze man die mij hele leven en bestaan heeft bepaald, een man die zelf door de school van Montaigne was gegaan, zoals ik door de zijne ben gegaan.’
uit: Thomas Bernhard De Oorzaak (1977 Arbeiderspers Amsterdam)