Aan Tine
Lieve beste Tine, mijn Tine! Ik ben verliefd, en heb haast u dat te zeggen. Ik weet niet waar zij woont, maar mijn brief zal terecht komen, want Tine, ik heb haar geschreven. Nee, vlees voor kinderen behoeft niet alle dagen … de kinderen in ’t Burgerweeshuis zien er heerlijk uit, ondanks dat zij zelden vlees eten. En zij hebben niet eens een wei voor ’t huis, met bloemen en koeien er in, zoals onze kinderen.
Een idee! Ik hoop dat Fancy niet antwoordt. Dan heb ik een ongelukkige liefde, die ik beschrijven zal voor wat biefstuk. Heine deed dat ook. Hij leefde een rond jaar van de hartziekte die hem doodde.