Let maar op! U hoort van ons!
maandag 31 mei 2010
ROOD|NOOT is NIET FAILLIET
Om alle roddels, mares en allerhande onjuiste informatie de nek om te draaien: ROOD|NOOT IS NIET FAILLIET!! We krijgen evenvoudig te weinig geld van de gemeente Utrecht om een jaar achtereen te draaien. Dat betekent dat we een half jaar geen activiteiten kunnen ontwikkelen, plannen en uitvoeren. Maar het betekent niet dat we op onze lauweren gaan rusten.
zondag 30 mei 2010
allen die vallen - een hoorspel
Allen die Vallen (All that Fall) een hoorspel van Beckett - bewerking, stemmen & beeld Iris Vlutters, Joerie Widdershoven, Milan Boele van Hensbroek, Matthijs Mahler, Liselore Knigge, Wies Fest, Vincent Brons & Anneke Sluiters - opname zondag 18 april 2010 stadserf Rood|Noot o.b.v. Peter Kolpa (Rood|Noot & HKU)
Dit is een eerste 'schone' versie. Een tweede versie met geluidseffecten volgt.
De makers zijn tweedejaars studenten van de HKU Theater (acteurs & makers)
zaterdag 29 mei 2010
terwijl op zolder wordt gedroomd … HIT ME TV
Hit me tv repeteert op stadserf Rood|Noot - opname vrijdag 28 mei 2010 gemaakt door peter kolpa
donderdag 27 mei 2010
woensdag 26 mei 2010
zondag 23 mei 2010
bertolt brecht - vom geld
Vom Geld
Ich will dich nicht zur Arbeit verführen.
Der Mensch ist zur Arbeit nicht gemacht.
Aber das Geld, um das sollst du dich rühren!
Das Geld ist gut. Auf das Geld gib acht!
Die Menschen fangen einander mit Schlingen.
Gross ist die Bösheit der Welt.
Darum sollst du dir Geld erringen
Denn größer ist ihre Liebe zum Geld.
Hast du Geld, hängen alle an dir wie Zecken:
Wir kennen dich wie das Sonnenlicht.
Ohne Geld müssen dich deine Kinder verstecken
Und müssen sagen, sie kennen dich nicht.
Hast du Geld, musst du dich nicht beugen!
Ohne Geld erwirbst du keinen Ruhm.
Das Geld stellt dir die grossen Zeugen.
Geld ist Wahrheit. Geld ist Heldentum.
Was dein Weib dir sagt, das sollst du ihr glauben.
Aber komme nicht ohne Geld zu ihr:
Ohne Geld wirst du sie um deiner berauben
Ohne Geld bleibt bei dir nur das unvernünftige Tier.
Dem Geld erweisen die Menschen Ehren.
Das Geld wird ueber Gott gestellt.
Willst du deinem Feind die Ruhe im Grab verwehren
Schreibe auf seinen Stein: Hier ruht Geld.
zaterdag 22 mei 2010
MEI-Lezers 13 mei 2010 - stadserf Rood|Noot
MEI-Lezers 13 mei 2010 - stadserf Rood|Noot
vrijdag 21 mei 2010
Ineke Inklaar over MEI
Pagina na pagina staat de tijd stil op boerenerf.
Twaalf uur lang voorleesestafette van Gorters 'Mei'
Boerderij Rood|Noot houdt stand temidden van oprukkende infrastructuur. De Mei van Gorter blijft overeind in deze tijd van 'oneliners'. Hans Heesen, organisator van de voorleesestafette van het 100 pagina's tellende gedicht ziet overeenkomsten.
Treinen denderen voorbij, het gezoem van auto's op de Gele Brug en de A2 is constant achtergrondgeluid. Maar liefhebbers van poëzie dragen gepassioneerd een pagina voor van de Mei van Gorter. De één na de ander.
De Tachtiger schreef dit gedicht eind 19e eeuw. Hij week af van de heersende dichttraditie: voor hem geen keurige versregels over degelijke onderwerpen. Maar een gedicht dat zintuiglijk en klankrijk het leven beschrijft van de maand Mei, met veel aandacht voor beelden uit de natuur.
'De meeste mensen kennen alleen de eerste regel - 'Een nieuwe lente en een nieuw geluid', vertelt Hans Heessen van 'Stelletje Druktemakers'. 'Bijna niemand heeft het ooit helemaal gelezen.' Grappend: 'Pagina voor pagina moet het samen lukken.'
Daarom organiseert hij de eerste, jaarlijks terugkerende Meilezing. Hij charterde (veelal Utrechtse) musici, dichters, acteurs, schrijvers, vertalers, componisten en boekverkopers om een pagina voor te lezen.
Ze staan - met meidoorncorsage - op een podium, voor een decor dat een opengevouwen boek voorstelt met de dichtregels erop gekriebeld. Van 12.00 tot 24.00 dragen ze voor.
Stadserf Rood|Noot aan de Oude Vleutenseweg, bi de Rode Doos, vindt hij een ideale locatie. Hij wijst naar de vervallen hoeve, de paardenstallen, de hooischelft, de vuurkorven, de gietijzeren punthekken. 'De boerderij is uit dezelfde tijd als het gedicht. Ze heeft zich gehandhaafd temidden van de oprukkende stad en infrastructuur, net als dat ene gallische dorpje van Asterix. De tijd staat hier stil. Daarom is het een goede plek om aandacht te besteden aan zo'n lang gedicht.
Ineke Inklaar in AD-UN van vrijdag 14 mei 2010
ingmar heytze over MEI
Gisteren [13 mei 2010] werd de Mei van Gorter integraal voorgelezen op de prachtige hoeve Rood|Noot, nabij Leidsche Rijn. Deze paardenfokkerij ligt op een koffiebekerworp van de Douwe Egberts, over de knalgele brug boven het Amsterdam-Rijnkanaal, verstopt in het grijsgewalste vatenstelsel tussen Utrecht en de rest van de wereld. Overal zie je asfalt, witte strepen, spoorrails en stalen bruggen. Rood|Noot is een hardnekkig, landelijk wonder in een omgeving die volkomen is opgeofferd aan de mobiliteit; een antieke parel in de stinkende oester van de nieuwe tijd. Het was aan mij de grote eer om de legendarische eerste regels te mogen voordragen:
‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid.
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht,
In een oud stadje, langs de watergracht –‘
en zo zesendertig regels verder. Tenminste, wat mijn aandeel betrof. Het hele gedicht beslaat meer dan vierduizend regels. In 1888 schreef Gorter over dit gedicht aan een vriend: ‘Het ding is af.’ Met een lamme hand, waarschijnlijk.
Ik kan hier en nu wel toegeven dat ik de Mei nog nooit van mijn leven in zijn geheel heb kunnen lezen. Het lukt me niet. Het is een gedicht als een berg, die ik nog niet heb weten bedwingen. In dat gebergte bevinden zich trouwens nog veel meer klassiekers die als gebonden en ingenaaide schuldgevoelens op de plank staan. Ooit, als de wolken leeg zijn, wordt het alsnog lente. Of meteen maar zomer. En weer zal ik al die cultuurschatten niet gelezen hebben.
Bij de Mei heb ik daar op zich nog wel een zwak excuus voor. Het is bijna niet te doen om een tekst ter lengte van een korte roman te lezen met de concentratie waarmee je normaal gesproken een gedicht leest. De Mei lezen voelt als het gras maaien met een nagelschaartje, of kanoën met twee aan elkaar geplakte theelepeltjes. En toch, voor wie van gedichten houdt, is de Mei als aarde en brood; het hoort bij je, je hebt het nodig, je wilt ermee leven. Daarom was het ook zo’n geweldige actie om de Mei met zijn allen op dat erf voor te lezen in deze vochtige maand. Gisteravond besloot de honderdste voorlezer het grootste gedicht van Nederland met deze woorden:
en zo zesendertig regels verder. Tenminste, wat mijn aandeel betrof. Het hele gedicht beslaat meer dan vierduizend regels. In 1888 schreef Gorter over dit gedicht aan een vriend: ‘Het ding is af.’ Met een lamme hand, waarschijnlijk.
Ik kan hier en nu wel toegeven dat ik de Mei nog nooit van mijn leven in zijn geheel heb kunnen lezen. Het lukt me niet. Het is een gedicht als een berg, die ik nog niet heb weten bedwingen. In dat gebergte bevinden zich trouwens nog veel meer klassiekers die als gebonden en ingenaaide schuldgevoelens op de plank staan. Ooit, als de wolken leeg zijn, wordt het alsnog lente. Of meteen maar zomer. En weer zal ik al die cultuurschatten niet gelezen hebben.
Bij de Mei heb ik daar op zich nog wel een zwak excuus voor. Het is bijna niet te doen om een tekst ter lengte van een korte roman te lezen met de concentratie waarmee je normaal gesproken een gedicht leest. De Mei lezen voelt als het gras maaien met een nagelschaartje, of kanoën met twee aan elkaar geplakte theelepeltjes. En toch, voor wie van gedichten houdt, is de Mei als aarde en brood; het hoort bij je, je hebt het nodig, je wilt ermee leven. Daarom was het ook zo’n geweldige actie om de Mei met zijn allen op dat erf voor te lezen in deze vochtige maand. Gisteravond besloot de honderdste voorlezer het grootste gedicht van Nederland met deze woorden:
‘... de golven komen weer
En dalen weer met lachen of geschrei –
Daar ligt bedolven mijne kleine Mei.’
dinsdag 18 mei 2010
maandag 17 mei 2010
Rood Rood Roodkapje
'[…] Haar kleine wensen waren rood. Maar de lange uren van de dag waren grijs. In die uren was er geen plaats voor knikkertjes of besjes, paddestoelen, rode vrolijkheid. Dan moest ze lopen door het bos, langs grijze modderpaden. Dan moest ze naar haar grijze oma. Alleen. […]'
uit: Rood Rood Roodkapje van Edward van de Vendel met tekeningen van Isabelle Vandenabeele
zondag 16 mei 2010
inschrijving voor LeesMEI editie nr.2 mei 2011 is geopend
Je kunt vanaf heden opgeven voor Edtie nr.2 van LeesMEI 2011 mei:
jaarlijks terugkerende marathonlezing van MEI van Herman Gorter.
Stuur een bericht naar leesmei@roodnoot.org
maandag 10 mei 2010
Hendrik de Vries (1896-1989) over MEI
Gorter, Gorter!
'k Heb uw Meizang willen lezen
Maar begon al gauw te vrezen
Dat het, voor mijn dood, niet uit zou wezen
Korter! Korter! Korter!
zaterdag 8 mei 2010
vrijdag 7 mei 2010
donderdag 6 mei 2010
over MEI - herman gorter
'Sommige werken leest en herleest men om de wijsheid van geest, de poëzie der gedachte. Mei leest en herleest men om de heerlijkheid van het leven, om de poëzie der onmiddellijke natuur. In geen ander gedicht, voor of ná [18]'80 is zij sterk aanwezig. Men laat de moderne natuurpoëzie graag beginnen bij Guido Gezelle. Hij heeft, evenals Gorter, diepe directe natuurervaringen gekend, maar zijn natuurpoëzie is in wezen godsdienstig. De natuur getuigt, spreekt, looft en prijst. Zij is dienares, de beleving van haar eenheid is verbonden aan een geestelijke conceptie. Dat is in Mei nog niet het geval, ook niet waar het gedicht een sprookje wordt. Het blijft dan poëzie van het onmiddellijke natuurlijke leven, het is nooit het sprookje met een gedachte als doel, zoals de Kleine Johannes.'
uit: Herman Gorter Gedichten - gekozen en ingeleid door J.C. Brandt Corstius (1946)
woensdag 5 mei 2010
opbouw Mei - herman gorter
Boek 1: Mei is nog een kind, bevangen door de schoonheid van de natuur.
Boek 2: de ontdekking van de ziel, beschrijving van die onbeschrijfelijke ziel.
Boek 3: handelt over het afscheid, onthechten, de dood die onvermijdelijk is.
dinsdag 4 mei 2010
samenvatting Mei - herman gorter
Boek 1: Als April sterft, wordt Mei geboren. De maan is haar moeder, de zon haar vader. Ze komt aan in Holland in een boot en verkent de Hollandse kust. In een weiland ontmoet ze een vrouw, die haar van alles vertelt over Holland.
Boek 2: Mei trekt verder het land in. Dan verschijnt de blinde god Balder, die in strofische verzen zingt. Als hij weg is, gaat Mei hem zoeken.. Via een spinster op een wolk vindt ze z'n vader Wodan. Balder is verdwenen en iedereen is bedroefd. Maar Mei heeft hem voor het laatst gezien en vertelt over hem. Iedereen is een en al oor en ook de minnares van Balder, Idoena, komt te voorschijn. Iedereen gaat dansen en Mei blijft alleen met Wodan, wordt bang en vlucht. Dan vindt ze Balder en korte tijd zijn ze samen gelukkig. Dan wordt de harmonie verbroken, Balder houdt een toespraak over ziel en zintuigen. Ze weten dat ze niet voor elkaar bestemd zijn en Balder vertrekt. Eeuwigheid en sterfelijkheid kunnen niet samengaan.
Boek 3: De dichter zwerft met de bedroefde Mei rond in de polder. De vrouw komt weer ten tonele. Ze gaan naar de stad en slapen in het huis van de dichter. Dan komt Juni, de zus van Mei. Mei moet sterven. De dichter kan haar niet laten gaan en houdt haar in leven met zijn adem. Toch moet Mei sterven, het leven gaat verder.
Boek 2: Mei trekt verder het land in. Dan verschijnt de blinde god Balder, die in strofische verzen zingt. Als hij weg is, gaat Mei hem zoeken.. Via een spinster op een wolk vindt ze z'n vader Wodan. Balder is verdwenen en iedereen is bedroefd. Maar Mei heeft hem voor het laatst gezien en vertelt over hem. Iedereen is een en al oor en ook de minnares van Balder, Idoena, komt te voorschijn. Iedereen gaat dansen en Mei blijft alleen met Wodan, wordt bang en vlucht. Dan vindt ze Balder en korte tijd zijn ze samen gelukkig. Dan wordt de harmonie verbroken, Balder houdt een toespraak over ziel en zintuigen. Ze weten dat ze niet voor elkaar bestemd zijn en Balder vertrekt. Eeuwigheid en sterfelijkheid kunnen niet samengaan.
Boek 3: De dichter zwerft met de bedroefde Mei rond in de polder. De vrouw komt weer ten tonele. Ze gaan naar de stad en slapen in het huis van de dichter. Dan komt Juni, de zus van Mei. Mei moet sterven. De dichter kan haar niet laten gaan en houdt haar in leven met zijn adem. Toch moet Mei sterven, het leven gaat verder.
maandag 3 mei 2010
leesMei LEZERS
Adeline van Lier, Martin Aart de Jong, A.L. Snijders, Alejandra Peña, Alexis de Roode, Bernhard Christiansen, Bert van den Hoed, Carry-Ann Tjong-Ayong, Danibal, Don Duyns, Floor van Lissa, Gina van den Berg, Henk Koorn, Ingmar Heytze, Jan van der Haar, Joop Nolles, Mariangela De Lorenzo, Marijke van Dorst, Marischka Verbeek, Merijn Schipper, Najiba Abdellaoui, Natasha van Waardenburg, Nerko Hadziaporovic, Niels Bokhove, Peter Bijl, Peter Knipmeijer, Rick Treffers, Robert Dorsman, Ruben van Gogh, Sera Rotmans, Sherman De Jesus, Spinvis, Vicky Francken, Vrouwkje Tuinman, Willem Desmense, Scarlet Tummers, Nanne Nauta, Madelief Blanken, Lilian Hak, Laura Nauta, Denise Jannah, Tsead Bruinja, Lia Reedijk, Maria Postema, Michiel Flamman, Dana Linssen, Chrétien Breukers, Nilgun Yerli, Carol Linssen, Nadine Ancher, Cees Grimbergen, Oscar Kocken, Hans Leeuwenhage, Joke Kuipers, Pauline Pisa, Frank van Dixhoorn, Norbert Pek, Paloma Aguilera Valdebenito, Piet Gerbrandy, Roland Fagel, Nicole Montagne, Robbert van der Horst, Michael Stoker, Jos Lemaier, Christine Ewert, Harry van Dam, Wiegertje Postma, Fabian Stolk, Anne Broekman, André Klukhuhn, Zulile Blinker, Hanneke Laura, Gérard van Kalmthout, Carolien Labib, Edwin Fagel, Gonny Gaakeer, Corrie van Binsbergen, Tim Snijders, Lieke Gorter, Jacob van der Vis, Jolanda Spoel, Mark Baker, Maren Merckx en vele anderen.
Abonneren op:
Posts (Atom)