Op 13 februari 1895 nemen de gebroeders Auguste en Louis Lumière het octrooi op een uitvinding van hen, de cinématographe. Dit apparaat is een filmcamera en filmprojector in één. Het is in staat om filmbeelden op te nemen, te ontwikkelen en vervolgens te tonen op een scherm. De eerste film die wordt opgenomen met de cinématographe is La sortie des usines Lumière.
De meeste films zijn niet langer dan een minuut en worden gefilmd door Louis. Hij heeft meer dan honderd films gemaakt. Enkele films krijgen het predicaat de 'eerste' te zijn. Zo zou L'Arroseur arrosé de 'eerste' komedie zijn. In deze korte film stapt een jongen op de tuinslang van een tuinman. Nadat laatstgenoemde de slang naar zijn gezicht richt, om te zien waar het water blijft, stapt de jongen weg waardoor de tuinman vol in het aangezicht wordt getroffen door de waterstraal.
De films van de Lumières vertellen over het algemeen geen verhaal, maar tonen de bijzondere eigenschappen van het medium film. De eerste succesvolle filmvertoningen zijn dan ook te danken aan de attractiestatus van de film en niet aan het verhaal in de film.
Wat opvalt is dat zich alles centraal afspeelt: de actie vindt altijd in het midden van het scherm plaats. In L'Arroseur Arrosé gaat bijvoorbeeld de man de jongen halen en sleurt hem terug naar het midden van het beeld op hem te straffen. Dit is overgewaaid van het theater, waar de acteurs (toen) altijd in het midden van het toneel spelen.
(bron: wikipedia)
(bron: wikipedia)