dinsdag 3 maart 2009

parijs, zondag 8 mei 1898

Mijn lieve Robbie,
Er moet iets gebeuren. Vrijdag en zaterdag had ik geen cent en moest ik in mijn kamer blijven, en aangezien ze in het hotel uitsluitend ontbijt verstrekken en geen diner, zat ik dus zonder diner. Mijn driemaandelijkse uitkering moet me echt uiterlijk 18 mei betaald worden: ze begon op 18 mei [1897] en is steeds vooruitbetaald. De novembertoelage is opgehouden, maar die voor februari is door mijn vrouw betaald en die voor mei moet voldaan worden op de 18de.
[…] Ik ben geheel uit het lood geslagen door gebrek en zorgen, en heb ook nog een operatie aan mijn keel moeten ondergaan, die vooralsnog niet betaald is, behalve met pijn.
Altijd de jouwe
Oscar

Brief van Oscar Wilde (1854-1900) aan Robert Ross (eerste minnaar èn trouwste vriend van Wilde) een klein jaar na zijn vrijlating uit de gevangenis.
Uit: Oscar Wilde. Brieven - selectie en vertaling Gerlof Janzen,  Meulenhoff Amsterdam 1997